Boek
De ontwerpgeschiedenis van de stad Parijs - Haussmann Plan
Parijs had niet altijd de grootse en statige uitstraling die het vandaag de dag zo kenmerkt. Aan het begin van de 19e eeuw werd de bourgeoisie de nieuwe politieke kracht in het land. Deze nieuwe sociale situatie vereiste bepaalde objectieve behoeften, zoals bevolkingsgroei, netheid en hygiëne bij ziekte en epidemieën, en nieuwe vormen van vervoer in de steden, zoals het gebruik van de spoorwegen.
In 1852 gaf Napoleón III de officiële Haussmann de opdracht om Parijs te 'moderniseren' en veiliger, gezonder, gastvrijer en beter begaanbaar te maken. Straten werden verwijderd, oude huizen en gebouwen werden gesloopt en bijna 60% van de stad en haar gebouwen werden verbouwd.
De belangrijkste kenmerken van deze verbouwing van de stad waren de aanleg van grote lanen en boulevards, zoals Champs Elysees, met uitgestrekte tuinen, die het Parijs van vandaag de dag beroemd hebben gemaakt, zoals de Tuileries Gardens. Het verenigde de kenmerken van de gebouwen, zoals de hoogte en bepaalde elementen van de gevels, en creëerde bezienswaardigheden in de stad, zoals de Arc de Triomphe of het Grote Paleis van de Opera.
Een ander politiek voordeel was het feit dat het elke vorm van opstand of barricade moeilijker maakte, iets wat met de oude smalle straatjes eenvoudig was, maar dat de brede lanen het niet alleen ingewikkelder maakten, maar ook de verplaatsing van troepen, bataljons en zelfs artillerie door de stad vergemakkelijkten als dat nodig was.
Particuliere bedrijven voorzagen de boulevards van een sociaal leven toen ze zich begonnen te vullen met cafés en winkels op de eerste verdiepingen van de gebouwen. Gebouwen waarvan de huurprijzen zeer hoog waren en waarvan de bouw een reeks bouwkundige regels vereiste zoals hoogte, 6 verdiepingen, een huis per verdieping en een maximum van 20 meter, inclusief mezzanines en daken.
Daken die van zink of lood moesten zijn, met een helling van 45º en een mansardedak.
Met zoveel richtlijnen en weinig ruimte om te pronken van de kant van de architecten is er een stijl ontstaan die de gelijkenis van alle gebouwen vertoont, de Haussmann stijl.
Over het algemeen was het huis op de tweede verdieping gereserveerd voor de rijkste families, vooral tot het verschijnen van de lift in 1870 en de plafonds van het huis hoger waren dan de rest van de verdiepingen, evenals de meest sierlijke ramen met de balkons die langs de hele gevel lopen.
Het balkon op de 5e verdieping was eenvoudiger, omdat het bedoeld was om de gevel in balans te brengen en uniformiteit te geven. De laatste verdieping, de 6e, was gereserveerd voor de dienst, het was verdeeld in vele kleine kamers en een gemeenschappelijk toilet en de toegang was een diensttrap die naar de keukens van de appartementen van het gebouw leidde.